Tekst: Martine Rademaker
Maandag 22 februari 2010
Sommige data vergeet je nooit meer. Zo staat 22 februari 2010 in mijn geheugen gegrift.
Toen werd onze zoon Mik (destijds 2 jaar oud) in ernstige toestand opgenomen in het ziekenhuis. Diagnose: diabetes type 1. Ons leven zou daarna nooit meer hetzelfde zijn.
In de jaren erna leerden we met vallen en opstaan wat deze chronische aandoening betekende. De dagelijkse strijd tegen de vele hypo’s en hypers. Al die naalden en nog meer tranen. Slapeloze en vaak ook spannende nachten. Nooit meer onbezorgd.
Samen sterk
Maar ook ervaarden we, meer dan ooit, hoe sterk we samen waren. Hoe fijn het was om onze gevoelens van verdriet, machteloosheid en onzekerheid met elkaar te kunnen delen. Vanaf dat moment beseften we ook: niemand anders dan wijzelf snappen beter hoe heftig diabetes in een gezin is. Want: het meeste is onzichtbaar. Diabetes draait niet alleen om meten en spuiten. Juist niet. Het mentale deel, dat is zwaar, altijd moeten nadenken en rekening houden met je ziekte, 24 uur per dag. Nooit even pauze. Het besef, dat je kind nooit onbezorgd zal kunnen zijn in het leven dat voor hem ligt, dat is heftig. En komt ook regelmatig weer binnen, als diabetes weer eens roet in het eten gooit en je kind weer verdrietig is.
Hoe ‘Zoete Bubbel’ werd geboren
Tijdens zo’n moment van onmacht, pakte ik een paar jaar geleden pen en papier. Woorden en zinnen veranderden in een weerspiegeling van mijn gevoel. Het begin van ‘Zoete Bubbel’ was geboren.
Jarenlang hield ik de tekst voor mezelf, overlas deze af en toe. Totdat ik door mijn inzet als buddy voor Stichting KinderDiabetes, besefte dat wij niet de enige ouders waren die zich zo voelden. Toen ontstond de gedachte dat mijn tekst, ‘Zoete Bubbel’, misschien wel de wijde wereld in zou moeten. Voor herkenning zou kunnen zorgen. Of misschien wel troost kon geven, in de wetenschap dat er ervaringsgenoten zijn, dat ouders echt niet alleen staan. Maar het vrijgeven van mijn tekst, die zo persoonlijk is en eigenlijk voor mezelf geschreven was, dat vond en vind ik wel heel spannend.
En toen werd het een liedje
Alsof het zo moest zijn ontmoette ik een tijdje later Freek van Daal. Zijn vrouw Mariëlle (schrijfster van het boek ‘Suikermoeder’) is vrijwilliger bij Stichting KinderDiabetes Brabant-Oost en stelde hem aan me voor. Freek is professioneel muzikant, singer/songwriter. En vader van dochter Fenne met diabetes type 1.
Freek las mijn tekst en voelde hem, naar eigen zeggen, meteen binnenkomen. Herkende hierin zijn eigen gevoel rondom het hebben van een kind met diabetes. Na het lezen ontstond bij Freek direct het idee voor een melodie. Ik ontving het eerste audiobestand, en schoot vol. Mijn tekst was uitgegroeid tot een nummer. Precies vertaald zoals ik bedoeld had, zowel vocaal als instrumentaal. Wat een stem.
Door ouders, voor ouders
Nooit eerder had ik Mik mijn tekst laten lezen, die ging ten slotte over hem en toonde ook mijn kwetsbare kant. Samen beluisterden we ‘Zoete Bubbel’, en mijn stoere -inmiddels 13-jarige- puber liet een traantje. Van trots, maar ook van emotie. ‘Wat mooi mama’.
Daarna ging het snel. ‘Zoete Bubbel’ werd opgenomen in een studio vlak bij Amsterdam. Dezelfde studio waar ook Prince en Lenny Kravitz hun wereldhits opnamen. Een grappig detail.
En nu is er dus een liedje. Gemaakt dóór ouders van een kind met diabetes. Gemaakt vóór ouders van een kind met diabetes. En misschien is het zelfs herkenbaar voor meer ouders met een (chronisch) ziek kind. Al is er maar één ouder die herkenning of troost uit ons liedje haalt, dan ben ik al blij. Dan is mijn doel behaald.